Circuit historique "Au fil de l'eau"
Vous pouvez démarrer le circuit « Au fil de l’eau » au parking de la base nautique, rue Duhamel Liard.
Ce circuit est jalonné de panneaux historiques sur différents endroits du centre-ville.
Baladez-vous sur 5km environ afin de découvrir ou redécouvrir la commune.
Cité entourée d’eau, elle possède 18 ponts et passerelles.
Tout en restant dans le centre, vous avez un aperçu des richesses de la ville, qui allie à merveille nature et patrimoine. Entre flânerie le long de l’eau ou dans le parc des Prés de la ville, vous pouvez admirer les plus beaux monuments.
Retrouvez dans cette rubrique des photos et des informations complémentaires aux panneaux historiques !
The circuit « Along the Water » starts at the car park for the river stop on Rue Duhamel-Liard. This itinerary is signposted by historical information panels at various locations around the town centre.
Take this 5km walking tour to discover or rediscover the town. This town, surrounded by water, has 18 bridges and footbridges. Without leaving the centre, you‘ll glimpse the wealth of attractions it has to offer – a wonderful combination of nature and heritage. As you stroll beside the water or around Près De La Ville park, you’ll be able to admire some beautiful monuments.
In this section, you’ll find photos and additional information to complement the historical panels.
Download the circuit: here.
Het startpunt van het circuit ‘Au fil de l’eau’ (met de stroom mee) bevindt zich op het parkeerterrein bij de rivierhalte in Rue Duhamel-Liard. Dit circuit is uitgezet via borden met historische informatie over verschillende locaties in het stadscentrum.
Maak een wandeling van circa 5 km om de stad (opnieuw) te ontdekken.
De door met water omringde stad heeft 18 bruggen en loopbruggen. U hoeft het centrum niet te verlaten om een glimp op te vangen van de rijkdom van de stad waar de prachtige natuur en het erfgoed harmoniëren. Tijdens een wandeling langs het water of in het stadspark Prés kunt u de mooiste monumenten bewonderen.
In deze rubriek vindt u foto’s en aanvullende informatie is er op de historische borden.
Download het circuit: hier.
Le pont de Pierre
L’ancienne station de relevage et de traitement de l’eau que l’on peut apercevoir et qui est maintenant transformée en logements, a été construite après la destruction de Merville en 1918 par l’entrepreneur Mervillois Louis Caudron. Elle servait à alimenter la cité en eau potable. Avant la guerre, la ville était dotée d’un château d’eau, construit en 1899.
STONE BRIDGE
The former lift station and water treatment facility that can be seen here has now been converted into housing. It was built after the destruction of Merville in 1918 by local entrepreneur Louis Caudron and was used to supply the town with drinking water. Before the war, the town had a water tower, built in 1899.
PONT DE PIERRE
Het voormalige bergings- en waterzuiveringsstation is er nog te zien, maar het is tegenwoordig omgebouwd tot woningen. Het werd gebouwd na de verwoesting van Merville in 1918 door bouwondernemer Louis Caudron uit Melville. Het diende om de stad van drinkwater te voorzien. Voor de oorlog beschikte de stad over een watertoren uit 1899.
Les deux-ponts / Dérivation du canal de la lys
Au XVIIIème siècle, la Lys est la seule voie de communication entre Merville et la région. Elle permet l’approvisionnement des chantiers de bateaux, des brasseries, etc… Elle sert même de frontière entre la France et les Pays-Bas espagnols après 1669.
Aujourd’hui, l’écluse sert de rond-point pour la circulation des véhicules, ce qui fait la particularité du site. C’est au niveau des Deux-Ponts que se pratiquent les joutes nautiques, tradition mervilloise très ancienne.
DEUX-PONTS / LYS DERIVATION CANAL
In the 18th century, the Lys was the only connecting route between Merville and the rest of the region. It allowed supplies to be transported to the shipyards, breweries, etc… and even served as a border between France and the Spanish Netherlands after 1669.
Today, the lock is used as a roundabout for road traffic, making this an unusual site. The very old Mervillois tradition of water jousting is also practised at Deux-Ponts.
DEUX-PONTS / AFTAKKING VAN HET KANAAL VAN DE LYS
In de 18e eeuw is het kanaal van de Lys de enige verbindingsweg tussen Merville en de regio. Het zorgt voor de bevoorrading van de scheepswerven, brouwerijen, enz. Het heeft ook gediend als een grens tussen Frankrijk en de Spaanse Nederlanden na 1669.
Vandaag de dag is de sluis een rotonde voor het wegverkeer, wat deze locatie bijzonder maakt. Ter hoogte van Deux-Ponts worden nautische steekspelen beoefend, een zeer oude traditie om Merville.
Le monument aux morts
Le monument actuel, érigé par souscription publique, a été inauguré le 11 octobre 1925. Côté gare, la stèle représente une femme personnifiant la ville qui se dresse dans une noble attitude, côté centre-ville, une femme est assise et mélancolique, soutenant un soldat chancelant. Lors de la bataille de la Lys en mai 1940, il a reçu des éclats d’obus et les Allemands se sont acharnés à le mutiler en décapitant les sujets et en y peignant des croix gammées. Un projet de restauration avait été lancé en 1977 mais n’a pas vu le jour.
MONUMENT AUX MORTS (MEMORIAL)
The current monument, erected by public subscription, was inaugurated on 11 October 1925. The stele on the station side depicts a woman personifying the city, standing in a noble stance. On the one nearest the town centre, a melancholy woman sits supporting an exhausted soldier. It was damaged by shrapnel during the Battle of the Lys in May 1940, and the Germans were determined to mutilate it, decapitating the figures and painting on swastikas. A restoration project was launched in 1977 but never came to fruition.
MONUMENT VOOR DE GEVALLENEN
Het huidige monument, opgericht via door een openbare aanbesteding, werd op 11 oktober 1925 in gebruik genomen. Aan de kant van het station vertoont de stèle een vrouw in een nobele houding die de stad personifieert; aan de kant van de binnenstad zit een melancholieke vrouw die een wankele soldaat ondersteunt. Tijdens de Slag om de Lys in mei 1940 werd deze gedenksteen beschoten met granaatscherven en de Duitsers waren vastbesloten het te beschadigen, ze onthoofden namelijk beelden en schilderden er hakenkruisen op. Een plan om het te restaureren werd in 1977 ondernomen maar het is nimmer tot uitvoering gekomen.
Merville et l'aménagement de la Vallée de la Lys
La Lys et la Bourre ont été dérivées. La Bourre descend du Nord et rejoint la Lys au Pont de Pierre. La dérivation de la Bourre rejoint la vieille Lys, qui traverse Merville. Et la vieille Lys, qui est élargie avec la dérivation de la Bourre, rejoint la Lys rectifiée.
On comprend l’importance des ponts dans une telle configuration.
MERVILLE AND THE DEVELOPMENT OF THE LYS VALLEY
Both the Lys and the Bourre have had their flow diverted. The Bourre descends from the North to join the Lys at Pont de Pierre. The diverted Bourre joins the old Lys, which crosses Merville. The old Lys, enlarged through the diversion of the Bourre, then joins the rectified Lys channel.
Such a configuration illustrates the importance of bridges in these parts.
MERVILLE EN DE INRICHTING VAN DE LYS-VALLEI
De Lys en de Bourre zijn afgetakt. De Bourre stroomt afwaarts vanuit het noorden en sluit zich aan bij de Lys bij Pont de Pierre. De aftakking van de Bourre voegt zich bij de oude Lys die Merville doorkruist. En de oude Lys die zich verbreedt met de aftakking van de Bourre, sluit zich aan bij het herstelde deel van de Lys.
Met een dergelijke configuratie leren we het belang van bruggen begrijpen.
La Batellerie
La proue et la poupe de la dernière péniche amarée dans la commune, dénommée le « Caou », ont été rénovées et sont désormais exposées en ville. La proue se situe au Square Serlooten aux Deux-Ponts et la poupe se situe dans le parc des Prés de la ville.
WATERWAY TRANSPORT
The bow and stern of the last barge moored in the town, called the « Caou », have been renovated and are now on display in the centre. The bow can be found on Serlooten Square at Deux-Ponts and the stern in Prés de la Ville park.
BINNENVAARTVLOOT
De voor- en het achtersteven van het laatste schip dat afmeerde in de stad, de ‘Caou’ genaamd, zijn gerenoveerd en worden in de stad geëxposeerd. De voorsteven (boeg) bevindt zich op Square Serlooten bij Deux-Ponts en de achtersteven bevindt zich in het park Prés de la Ville.
Le pont Saint-Pierre
L'Hôtel de ville
En 1715, pour remplacer la maison commune qui tombait en ruine, un nouvel hôtel de ville fut construit derrière l’emplacement du kiosque actuel. Le fronton triangulaire était surmonté d’une statue en pierre symbolisant la ville et arborait un trophée portant les armes de Merville. Le bâtiment fut détruit en 1918.
Après la destruction de Merville en 1918, il fallait remodeler la ville et l’ouvrir à la vie moderne. Le nouvel hôtel de ville, conçu par Louis-Marie et Louis-Stanislas Cordonnier, fut édifié à l’emplacement approximatif de l’église détruite en 1918. Inauguré le 7 avril 1929, il dresse sur la place sa façade surmontée d’un beffroi de style flamand.
HÔTEL DE VILLE (TOWN HALL)
In 1715, a new town hall was built behind the site of the current kiosk to replace the maison commune, which had fallen into ruin. The triangular pediment was topped by a stone statue symbolising the city and sporting a trophy bearing the Merville coat of arms. The building was destroyed in 1918.
After the destruction of Merville in 1918, the town had to be remodelled and opened up to modern life. The new town hall, designed by Louis-Marie and Louis-Stanislas Cordonnier, was built on the approximate location of the church destroyed in 1918. Inaugurated on 7 April 1929, it stands on the square, its facade surmounted by a Flemish style-belfry.
STADHUIS
Ter vervanging van het verwoeste gemeentehuis werd in 1715 achter de plek van de huidige kiosk een nieuw stadhuis gebouwd. Het driehoekige fronton had een stenen standbeeld dat de stad symboliseerde en dat een trofee droeg met de wapens van Merville. Het gebouw is in 1918 verwoest.
Na de verwoesting van Merville in 1918 diende de stad opnieuw te worden ingericht om toegankelijk te zijn voor het moderne leven. Het nieuwe stadhuis, ontworpen door Louis-Marie en Louis-Stanislas Cordonnier, is gebouwd op de nabij gelegen locatie van de in 1918 verwoeste kerk. Het werd op 7 april 1929 op het plein ingehuldigd en had bovenop zijn gevel een belfort (klokkentoren) in Vlaamse stijl.
Le Kiosque
L'Eglise et Place Bruël
En 1881, un incendie détruit l’église et seule la tour de l’église, surmontée d’un sémaphore actionné par deux télégraphistes, est restée. Elle est abattue en 1884. En 1887, une nouvelle église est reconstruite au centre, mais après sa destruction en 1918, on décide de la déplacer quelques centaines de mètres plus loin. Toutes deux ont été conçues par Louis-Marie Cordonnier, assisté de son fils Louis-Stanislas pour la seconde.
Le nom donné aux habitants de la ville a un rapport avec l’église. C’est en effet en 1566, en pleine période de troubles religieux et de révolte des gueux, que ces derniers, de religion protestante, ont capturé un chat, alors symbole de luxure, de sorcellerie et du malin. Habitués aux blasphèmes, ils l’ont enfermé dans le tabernacle de l’église.
C’est depuis cet événement que les habitants sont surnommés «Les Caous», comprenez, les «chats» en picard. Et le Caou, géant de la ville, est devenu le symbole de celle-ci et participe à l’ensemble des fêtes communales ainsi qu’à de nombreux rassemblements, rondes et cavalcades dans le nord de la France ou ailleurs.
CHURCH / PLACE BRUEL
In 1881, a fire destroyed the church, leaving only its tower, surmounted by a semaphore operated by two telegraphists. This was brought down in 1884. In 1887, a new church was rebuilt in the centre. However, after its destruction in 1918, the decision was made to move its location by a few hundred metres. Both of these later churches were designed by Louis-Marie Cordonnier, with his son, Louis-Stanislas, assisting him for the second.
The name given to the town’s inhabitants is linked to the church. In 1566, in the midst of religious unrest, a rebellion took place during which Protestant beggars captured a cat, then a symbol of lust, witchcraft and evil. Accustomed to blasphemy, they locked him in the tabernacle of the church.
Ever since then, the town’s inhabitants have been nicknamed « Les Caous », from the Picard word for « cats ». The Caou, a cat-headed giant, has become the symbol of Merville and can be seen during all its festivals, as well as cavalcades and other gatherings in the north of France and further afield.
EGLISE / PLACE BRUEL
In 1881 verwoestte een brand de kerk en bleef alleen de kerktoren over met een semafoor die door twee telegrafisten werd bediend. De toren werd neergehaald in 1884. In 1887 werd de kerk in het centrum herbouwd, maar na de verwoesting in 1918 besloot men hem een paar honderd meter verder op te zetten. Beide zijn ontworpen door Louis-Marie Cordonnier die met de bouw van de tweede kerk werd geassisteerd door zijn zoon Louis-Stanislas.
De naam die aan de inwoners van de stad wordt gegeven, houdt verband met de kerk. Het is namelijk in 1566, te midden van religieuze onrust en de opstand van bedelaars, dat laatstgenoemden, van protestantse afkomst, een kat onthoofden die destijds symbool stond voor lust, hekserij en kwaad. Bekend met de daden van godslastering sloten ze de onthoofde kat op in het tabernakel van de kerk.
Le pont des Capucins
La famille Pruvost-Delors fabriquait des bateaux au pont des Capucins depuis le XVIIIe siècle. Ce chantier de bateaux était l’entreprise la plus importante de Merville. De 1879 à 1910, il était dirigé par Jules et Victor Pruvost. Il a ensuite été repris les fils de Jules Pruvost, Sylvain et Henri, et par son gendre, Auguste Blond. Avant la première guerre mondiale, l’entreprise employait plus de 180 personnes.
Les dernières vannes automatisées installées au pont datent de 2013 pour remplacer celles qui étaient en piteux état et qui présentaient de nombreuses fuites.
La rue des Capucins doit son nom au couvent des Capucins construit à l’emplacement actuel de la caserne des sapeurs-pompiers. Les moines se sont installés dans la cité en 1617 et l’ont quittée en 1791.
CAPUCHIN BRIDGE
The Pruvost-Delors family boatmaking business was established on the Capuchin Bridge in the 18th century. It became Merville’s largest company, directed by Jules and Victor Pruvost from 1879 to 1910, before being taken over by Jules Pruvost’s sons, Sylvain and Henri, along with his son-in-law, Auguste Blond. Before the First World War, the company employed over 180 people.
The latest automated gates were installed on the bridge in 2013 to replace the old ones that were in poor condition with many leaks.
Rue des Capucins owes its name to the Capuchin convent built on the site where the fire station now stands. The monks established themselves in the town in 1617 and left it in 1791.
PONT DES CAPUCINS
De familie Pruvost-Delors bouwde sinds de 18e eeuw boten bij de Pont des Capucins (Kapucijnenbrug). Deze scheepswerf was het grootste bedrijf van Merville. Van 1879 tot 1910 stond het bedrijf onder leiding van Jules en Victor Pruvost. Vervolgens werd het overgenomen door de zonen van Jules Pruvost, Sylvain en Henri, en door zijn schoonzoon, Auguste Blond. Vóór de Eerste Wereldoorlog had het bedrijf meer dan 180 werknemers in dienst.
De laatste automatische sluisdeuren die aan de brug zijn geïnstalleerd, dateren van 2013 en waren bestemd ter vervanging van de sluisdeuren die in slechte staat verkeerden en die veel lekkages vertoonden.
De Rue des Capucins dankt zijn naam aan het kapucijnenklooster dat op de huidige locatie van de brandweerkazerne is gebouwd. De monniken vestigden zich in 1617 in de stad en verlieten het in 1791.
La passerelle de la Bourre
Le circuit « Ponts et passerelles » vous permettra de découvrir tous les ponts de la commune et le dépliant « côté historique » vous fera découvrir l’histoire de chaque ouvrage.
THE BOURRE FOOTBRIDGE
You can discover all the town’s bridges by following the « bridges and footbridges » circuit. The « historical perspectives » leaflet will tell you the history of every structure.
LOOPBRUG OVER DE BOURRE
Het circuit ‘Ponts et passerelles’ (Bruggen en loopbruggen biedt u de gelegenheid om alle bruggen van de stad te ontdekken en de folder ‘Côté historique’ zal u de geschiedenis van elk bouwwerk laten ontdekken.
Le cimetière militaire
Merville a été la scène de différents combats. En 1914, la ville a été le siège social du Corps indien.
En avril 1918 ont eu lieu les Batailles de la Lys, très destructrices. Le cimetière a été utilisé par les troupes françaises (principalement la cavalerie) en octobre 1914, et pour les sépultures du Commonwealth de cette date jusqu’en août 1916.
Il contient 1268 sépultures du Commonwealth de la Première Guerre mondiale.
L’extension du cimetière a été ouverte en août 1916, et utilisée par les hôpitaux du Commonwealth et portugais jusqu’en avril 1918. Il a été agrandi après l’Armistice.
L’extension du cimetière contient 920 sépultures du Commonwealth de la Première Guerre mondiale, dont 345 non identifiées. Les 92 sépultures de la Seconde Guerre mondiale (dont 18 non identifiées) viennent principalement des combats de mai 1940. L’extension contient également 19 sépultures de guerre d’autres nationalités.
MILITARY CEMETERY
Merville has been a backdrop for various battles. In 1914, the town was the headquarters of the Indian Corps.
The Battles of the Lys took place here in April 1918, wreaking destruction. The cemetery was used by French troops (mainly cavalry) in October 1914, and for Commonwealth burials from that date until August 1916.
It contains 1,268 Commonwealth graves from the First World War.
The cemetery extension was opened in August 1916 and used by the Commonwealth and Portuguese hospitals until April 1918. It was expanded after the Armistice.
The cemetery extension contains 920 Commonwealth graves from the First World War, of which 345 are unidentified. The 92 Second World War graves (18 of which are unidentified) are mainly a result of the fighting in May 1940. The extension also contains 19 war graves for soldiers of other nationalities.
MILITAIRE BEGRAAFPLAATS
Merville is het toneel geweest van verschillende gevechten. In 1914 was de stad het hoofdkwartier van het Indische korps.
In april 1918 vonden er de Veldslagen van de Lys plaats waarbij velen sneuvelden. De begraafplaats werd in oktober 1914 gebruikt voor de Franse troepen (voornamelijk cavalerie) en voor de oorlogsgraven van het Gemenebest vanaf die datum tot augustus 1916.
Er bevinden zich 1268 oorlogsgraven van het Gemenebest uit de Eerste Wereldoorlog. De uitbreidingswerkzaamheden van de begraafplaats startten in augustus 1916 en de extensie werd gebruikt door de Gemenebest- en Portugese ziekenhuizen tot april 1918. Na de wapenstilstand werd ze verder uitgebreid.
De uitbreiding van de begraafplaats bevat 920 graven van slachtoffers van de Eerste Wereldoorlog die uit het Gemenebest kwamen, van wie er 345 niet zijn geïdentificeerd. In de 92 graven rusten slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog voornamelijk van de strijd in mei 1940 (18 slachtoffers zijn niet geïdentificeerd). De uitbreiding bevat ook 19 graven van oorlogsslachtoffers met een andere nationaliteit.
La Bourre
« La Bourre, au sud, ou « Borre Becque », née au nord de Wallon-Cappel, coule d’ouest en est. Entrée dans la plaine à Vieux-Berquin, dont elle marque la limite sud, elle se grossit du « Bras de la Bourre » qui a pris sa source au « Grand Hasard » sur le talus au sud d’Hazebrouck. » Source « La Région de Merville », Etude de géographie rurale d’Albert Loos, 1963.
Actuellement, ses berges accueillent les pêcheurs, mais elle a connu un trafic important et transportait à la fois les voyageurs et les marchandises sur les « carrosses d’eau », les bourrois (bateaux construits pour naviguer sur la Bourre), les bélandres (péniches), les masquèpes (pour le transport de marchandises), etc… entre Merville et Hazebrouck. Ses méandres sont appelés « crombions ». La dérivation de la Bourre rejoint la vieille Lys, qui traverse Merville.
Quant au Pont des Morts, outre le fait que ce pont soit à proximité du cimetière, les corbillards qui emportaient les défunts de l’église jusqu’à leur dernière demeure devaient le franchir une dernière fois.
DE BOURRE
“La Bourre, in het zuiden, of ‘Borre Becque’, met haar oorsprong ten noorden van Wallon-Cappel, stroomt van west naar oost. Bij het binnenkomen van de vlakte in Vieux-Berquin, die de zuidelijke grens markeert, verbreedt ze zich met de ‘Bras de la Bourre’ die haar oorsprong heeft in ‘Grand Hazard’ op de helling ten zuiden van Hazebrouck.” Bron: ‘La Région de Merville’, Landelijk geografisch onderzoek van Albert Loos, 1963.
Momenteel zijn haar hoge oevers de thuisbasis van vissers, maar vroeger was er veel verkeer en werden er zowel passagiers als goederen vervoerd op de ‘waterwagons’, de bourrois (boten gebouwd om te varen op de Bourre), de bélandres (binnenvaartschepen), de masquèpes (voor het transport van goederen), enz. tussen Merville en Hazebrouck. Deze meanders worden ‘crombions’ (krombogen) genoemd. De aftakking van de Bourre voegt zich bij de oude Lys, die Merville doorkruist.
Naast het feit dat de Pont des Morts (de brug der doden) vlakbij de begraafplaats ligt, moesten de lijkwagens die de doden van de kerk naar hun laatste rustplaats brachten, deze brug voor de laatste keer oversteken.
MILITAIRE BEGRAAFPLAATS
Merville is het toneel geweest van verschillende gevechten. In 1914 was de stad het hoofdkwartier van het Indische korps.
In april 1918 vonden er de Veldslagen van de Lys plaats waarbij velen sneuvelden. De begraafplaats werd in oktober 1914 gebruikt voor de Franse troepen (voornamelijk cavalerie) en voor de oorlogsgraven van het Gemenebest vanaf die datum tot augustus 1916.
Er bevinden zich 1268 oorlogsgraven van het Gemenebest uit de Eerste Wereldoorlog. De uitbreidingswerkzaamheden van de begraafplaats startten in augustus 1916 en de extensie werd gebruikt door de Gemenebest- en Portugese ziekenhuizen tot april 1918. Na de wapenstilstand werd ze verder uitgebreid.
De uitbreiding van de begraafplaats bevat 920 graven van slachtoffers van de Eerste Wereldoorlog die uit het Gemenebest kwamen, van wie er 345 niet zijn geïdentificeerd. In de 92 graven rusten slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog voornamelijk van de strijd in mei 1940 (18 slachtoffers zijn niet geïdentificeerd). De uitbreiding bevat ook 19 graven van oorlogsslachtoffers met een andere nationaliteit.